Affiches
uit vroeger tijden
1945-1960

 
Niets uit deze website mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van kopie, op digitale of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van auteur en/of webmaster.
 
In drie afleveringen wil ik affiches laten zien, die min of meer betrekking hebben op treindiensten langs Roosendaal. Vaak was er in Roosendaal douaneonderzoek en paspoortcontrole. Dat gaf het station een internationale allure. Er wordt een onderscheid gemaakt in drie perioden, namelijk 1890-1914, 1918-1940 en 1945-1960. Met dank aan Toon de Bruijn.
 
 
Na de Tweede Wereldoorlog werden de veerdiensten vanuit Vlissingen schoorvoetend weer opgepakt. Alleen gingen die niet meer naar en van Harwich. Die relatie was voortaan voorbehouden aan Hoek van van Holland. Wel hield de SMZ in de zomer van 1949 en misschien ook nog wel in volgende jaren een dienst van tweemaal per week in beide richtingen in de vaart voor toeristen.
 
 
Na de Tweede Wereldoorlog ging het vervoer tussen Engeland en het vasteland van Europa nagenoeg uitsluitend via Hoek van Holland. Niet voor niets werden de havenkaden en het spoorwegstation in Hoek van Holland flink uitgebreid en vernieuwd om de grote stromen reizigers op te vangen en uitgeleide te doen.
 
 
In de strijd om de toerist trachtte de NS in de zomer van 1951 zijn slag te slaan met een vijfdaagse excursiereis naar Parijs. En dat voor maar fl. 98,-- in samenwerking met vooraanstaande reisbureaus.
 
 
Na de Tweede Wereldoorlog werd de internationale treindienst op Belgie en Frankrijk stapje voor stapje steeds uitgebreid, maar veel sneller als voorheen ging het voorlopig nog niet. Pas 1954 kwam er een driedelig diesel-elektrisch treinstel, die het hele traject van 540 kilometer in ruim zes uur en 2 minuten kon afleggen. Dat was liefst 1 uur en 19 minuten minder dan de op dat moment snelste verbinding tussen Parijs en Amsterdam met trein D 120. In de kranten van toen werd gerept over het evenaren van de vliegtuigtijd. Het douaneonderzoek en de paspoortcontrole vonden geheel in de trein plaats.
 
 
Een diesel-electrisch treinstel van de SNCF met de naam 'Picardie' staat op 3 juni 1954 als 'Train Automotrice Rapide' klaar voor vertrek op spoor 1a te Roosendaal. Foto L. Hessels (NS Utrecht).
 
 
Overigens hadden D-treinen, waarvan in 1957 een deel werd omgezet in Trans-Europ Expres, ook weer het comfort van vóór 1940. Het affiche toont het interieur van een Pullman-rijtuig.
 

 
Brussel was in 1956 een favoriet doel voor extra treinen of een dagtocht per trein, in samenwerking met de reisbureaus.
 
 
Pas toen er in 1957 bijna elk uur een elektrische Benelux-trein ging rijden tegen een normaal tarief, konden Randstedelingen zo vrij als wat op stap. Luxemburg werd echter nooit bereikt...!
 
 
In eigen land won het concept van dagtochten tegen een voordelig tarief voor reis en toegang tot attracties steeds meer animo onder de dagjestoeristen.
 
 

Vanuit de Randstad werden in 1958 speciale aanbiedingen gedaan voor een dagtocht per D-trein naar Brussel. De NS kon op haar eigen deel best wat laten vallen op de prijs, in tegenstelling tot de NMBS die daar allemaal niet zo op zat te wachten.

 
 
Daarentegen trok de Wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel heel veel belangstelling vanuit Nederland. Vanuit alle delen in het land werden extra treinen ingelegd. Uiteraard reden ook volop mensen met een autobus van plaatselijk ondernemers naar Brussel.